Literatuur

- Haslinghuis, E.J. & H. Janse, Bouwkundige termen. Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie. Leiden (Primavera Pers), 2001^{4e druk}/_{1e druk: 1953} [643 blz. ISBN 90.74310.77.X]. Hierin "Bolwerk": blz. 87

- Kamps, P.J.M. & P.C. van Kerkum & J. de Zee (red.), Terminologie verdedigingswerken, inrichting, aanval en verdediging. Herziene en uitgebreide bewerking van: Mohr, A.H., Vestingbouwkundige termen, 1983. Utrecht (Menno van Coehoorn), 1999_cop. [79 blz. ISBN 90.9013382.8]. Hierin "Bolwerk": blz. 13

· Voor deze tekst in de site van Menno van Coehoorn klik hierna ► EXTERNE LINK

- Viollet-le-Duc, E., Histoire d'une fortresse, réimpression en facsimile de l'édition de Paris 1874. Paris (Berger-Levrault), 1978. [368 blz. ISBN 2.7013.0226.9]. Hierin "Boulevard": o.a. blz. 221-222, 362 (in de "Définition de quelques termes techniques")

- Zwiers, L., Bouwkundig Woordenboek. Eerste deel: A-K. Amsterdam (Van Holkema & Warendorf), z.j. [1920]. [685 blz. ISBN -]. Hierin "Bolwerk": blz. 150 ("Buitenwerk, dat in het begin van de 15^e eeuw werd aangelgd vóór de oude ridderburchten, om op het voorgelegen terrein een meer bestrijkend vuur te kunnen afgeven. Basteien werden hierin als vooruitspringende werken aangelegd, om de tusschengelegen gedeelten van het bolwerk te kunnen bestrijken. De naam bleef later, na slechting van de bolwerken, behouden voor de parken, welke in de plaats hiervan werden aangelegd" - dit is de relevante tekst volledig)

- Hoefer, F.A., "Aanteekeningen omtrent de Vesting Harderwijk". In: Gelre, Bijdragen en Mededelingen, 1924 [jrg 27], blz. 49-87. Hierin: blz. 62 (13-03-1586: "Deze aanbesteding betrof de 'opmaeckinge des nyhen bollewercks (noot 1) an 't olde blockhuys', later het bastion 'Cortendoodt' genoemd, waarvan wij het bestek in bijlage III mededeelen", 1586), 76-77 (Bijlage III, hierin o.a. "Dat bollwerck op het suydtendt sal men maecken geheel massyff, tegtens die stadsmuyre angevult, sonder van binnen eenige holleheit te laten [...] den buytencant mit soeden drie dick toe becleden ende verbandt in malcandreden tot vuegen, den affgloey well effen ende slecht to maecken sonder eenige bulten, op elkck drie voeth twee voeth druypende, ende het buitenwerck in defensie to leveren, alleer die grachte ter stadewert an sall anfangen to vullen". Daarna wordt de gracht beschreven, de borstwering, het televeren materiaal en gereedschap)